Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen over de hele wereld. Het is in de loop van de geschiedenis uitgebreid bestudeerd. In feite heeft onderzoek naar borstkanker de weg geëffend voor doorbraken in andere soorten kankeronderzoek.
Hoe we borstkanker behandelen, is in veel opzichten veranderd sinds de eerste ontdekking van kanker. Maar andere bevindingen en behandelingen zijn al jaren hetzelfde. Lees verder om te leren hoe borstkankerbehandelingen zich hebben ontwikkeld tot wat we vandaag kennen.
Mensen weten al heel lang over borstkanker. De chirurgische papyrus van Edwin Smith beschrijft bijvoorbeeld gevallen van borstkanker. Deze medische tekst dateert van 3.000-2.500 B.C.E.
In het oude Griekenland maakten mensen votief offers in de vorm van een borst aan de god van de geneeskunde. En Hippocrates beschreef de stadia van borstkanker in de vroege 400s B.C.E.
In de eerste eeuw na Christus experimenteerden artsen met chirurgische incisies om tumoren te vernietigen. Ze dachten ook dat borstkanker verband hield met het einde van de menstruatie. Deze theorie kan de associatie van kanker met oudere leeftijd hebben veroorzaakt.
In het begin van de Middeleeuwen was de medische vooruitgang gekoppeld aan nieuwe religieuze filosofieën. Christenen dachten dat chirurgie barbaars was en waren voorstander van genezing van het geloof. Ondertussen bekeken islamitische artsen Griekse medische teksten om meer te leren over borstkanker.
De Renaissance zag een heropleving van de chirurgie toen artsen het menselijk lichaam begonnen te verkennen. John Hunter is bekend als de Schotse vader van onderzoeksoperaties. Hij identificeerde lymfe als een oorzaak van borstkanker. Lymfe is de vloeistof die witte bloedcellen door het hele lichaam vervoert. Lumpectomies werden ook uitgevoerd door chirurgen, maar er was nog geen anesthesie. Chirurgen moesten snel en nauwkeurig zijn om succesvol te zijn.
Onze moderne benadering van de behandeling en het onderzoek van borstkanker begon in de 19eth eeuw. Overweeg deze mijlpalen:
Borstkankerbehandeling wordt steeds persoonlijker naarmate artsen meer over de ziekte leren. Het wordt nu gezien als een ziekte met subtypen die verschillende patronen en manieren hebben om op het lichaam in te werken. Het vermogen om specifieke genen te isoleren en borstkanker te classificeren, is het begin van meer aangepaste behandelingsopties.
Speciale tests kunnen artsen ook meer vertellen over borstkanker. De Oncotype DX-test kan bijvoorbeeld een deel van de tumor onderzoeken om erachter te komen welke genen daarin actief zijn. Artsen kunnen informatie over deze groep genen gebruiken om te voorspellen hoe de kanker van een persoon op verschillende behandelingen zal reageren. Artsen kunnen dan beslissen over de beste behandelingsmethode voor die persoon.
We hebben een lange weg afgelegd sinds het oude Griekenland, maar we moeten nog veel leren over hoe borstkanker ontstaat en hoe het moet worden behandeld. Volgens de meest recente cijfers van de Centers for Disease Control and Prevention in 2013:
Vroege opsporing en behandeling wordt nog steeds beschouwd als de beste verdedigingslinie tegen borstkanker. Met de huidige technologie kunnen onderzoekers sneller leren dan tientallen jaren geleden. Naarmate de technologie evolueert, zullen er meer behandelingen - en misschien ook methoden van preventie - aan het licht komen.