Upper crossed syndrome (UCS) treedt op wanneer de spieren in de nek, schouders en borst vervormd raken, meestal als gevolg van een slechte houding.
De spieren die het meest worden getroffen, zijn de bovenste trapezius en de levator-scapula, de rugspieren van de schouders en nek. Ten eerste worden ze extreem gespannen en overactief. Vervolgens worden de spieren in de voorkant van de borst, de hoofd- en kleine borstspier, strak en verkort.
Wanneer deze spieren overactief zijn, worden de omringende tegenspieren onderbenut en zwak. De overactieve spieren en de onderactieve spieren kunnen elkaar dan overlappen, waardoor een X-vorm ontstaat.
De meeste gevallen van UCS ontstaan vanwege een voortdurend slechte houding. In het bijzonder staan of zitten voor lange periodes met het hoofd naar voren geduwd.
Mensen nemen deze positie vaak aan als ze:
In een klein aantal gevallen kan UCS zich ontwikkelen als gevolg van congenitale defecten of verwondingen.
Mensen met UCS vertonen gebogen, afgeronde schouders en een naar voren gebogen nek. De vervormde spieren belasten de omliggende gewrichten, botten, spieren en pezen. Dit zorgt ervoor dat de meeste mensen symptomen ervaren zoals:
De behandelingsopties voor UCS zijn chiropractische zorg, fysiotherapie en lichaamsbeweging. Meestal wordt een combinatie van alle drie aanbevolen.
De strakke spieren en de slechte houding die UCS produceren, kunnen ertoe leiden dat uw gewrichten niet goed uitgelijnd zijn. Een chiropractische aanpassing door een erkende beoefenaar kan helpen om deze gewrichten opnieuw uit te lijnen. Dit kan het bewegingsbereik in de getroffen gebieden vergroten. Een aanpassing strekt zich meestal ook uit en ontspant de verkorte spieren.
Een fysiotherapeut gebruikt een combinatie van benaderingen. Ten eerste bieden ze onderwijs en advies met betrekking tot uw aandoening, zoals waarom het is gebeurd en hoe dit in de toekomst kan worden voorkomen. Zij zullen oefeningen met u demonstreren en oefenen die u thuis zult moeten voortzetten. Ze gebruiken ook manuele therapie, waarbij ze hun handen gebruiken om pijn en stijfheid te verminderen en een betere beweging van het lichaam aan te moedigen.
UCS heeft een aantal identificerende kenmerken die door uw arts worden herkend. Waaronder:
Als deze fysieke kenmerken aanwezig zijn en u ervaart ook de symptomen van UCS, dan zal uw arts de aandoening diagnosticeren.
UCS is meestal een te voorkomen voorwaarde. Het beoefenen van een juiste houding is van vitaal belang bij zowel het voorkomen als behandelen van de aandoening. Wees je bewust van je houding en corrigeer deze als je merkt dat je de verkeerde positie inneemt.
De symptomen van UCS kunnen vaak worden verlicht of volledig worden uitgeroeid met de behandeling. Sommige mensen zullen herhaaldelijk lijden aan de aandoening gedurende hun leven, maar dit komt meestal omdat ze hun oefenplan niet volgen of dagelijks aandacht besteden aan hun houding.
Wanneer de geïndividualiseerde behandelplannen voor UCS precies worden gevolgd, is het een volledig hanteerbare situatie.